We hadden afgesproken om 09.15 uur te bellen voor dit interview, omdat het dan meestal rustig is in de tabakszaak van Peter van der Kamp, maar er waren al drie klanten voor mij en ook tijdens het interview werd de telefoon herhaaldelijk neergelegd voor het helpen van een klant. Grappig was ook dat er steeds een korte stilte tussen de gesprekken met de klanten te horen was, want vanwege corona stapt er steeds maar één klant per keer binnen.
Het is geweldig om te ervaren dat de loop er bij Van der Kamp nog goed in zit. ‘Sinds veertien dagen gaat het weer goed’, zegt Peter, ‘maar niet als vanouds hoor. De verkoop van loten en vooral van de Toto is vrijwel in zijn geheel weggevallen. Ook de speciale trekking met Koningsdag had dit jaar totaal geen beleving.’
In 2019 was Van der Kamp de bestverkopende zaak in het noorden van Nederland voor wat betreft staatsloten. Hoe meer loten er verkocht worden, hoe hoger de kans dat er een prijs valt en dus kwamen de klanten van heinde en ver naar Leeuwarden. Menig prijs heeft Peter de laatste jaren mogen uitdelen, een van € 1.000.000 in 2014 en zelfs drie keer € 100.000 in 2018.
Peter vertelt dat hij na de persconferentie waarin alle maatregelen werden afgekondigd, best angstig is geweest. De zaak was vijf dagen gesloten en nu ‘hangt de winkel in de schermen’ zoals Peter het verwoordt. Het is daardoor iets minder ruim en klanten wachten uit zichzelf buiten de winkel. Ondanks de vele klanten die binnenstappen, ziet hij de toekomst negatief in. ‘Financieel red ik het wel maar het voelt allemaal zo anders. Ook mist hij zijn enige personeelslid die op eigen verzoek thuisblijft. Heel begrijpelijk omdat hij in de risicogroep valt. Misschien start ik wel een bezorgservice, maar ook daar zitten risico’s aan.’
Toch horen we geregeld door de telefoon een klant zeggen “ik ben blij dat ik je weer zie” en dat zal Peter vast goed doen. Als we hem vragen of hij nog iets tegen de inwoners van Friesland wil zeggen, roept hij direct op om naar de kleine zelfstandige te gaan en even iets minder naar de grote jongens. ‘Vergeet de bakker, slager, groenteboer en mij niet.’